Rins
Ik heb m'n zinnen verloren,
al m'n tuigen slaan op hol
en ik heb moeite met de zwaartekracht.
De lucht lijkt bevroren,
maar ik zweet me horendol
en m'n maag meld overmacht.
Want de driftkikker in mij
helpt me aan de schijterij.
Hij draait een rad voor m'n ogen,
houdt een leugen in de hand,
om bestwil van de bovenste plank.
Hij hangt de vuile was te drogen
die de diepte overspant
in de luwte van de bank.
Om je lusten te verliezen,
om je goesting te vergaan,
moet je doelen stellen hoger dan je kunst.
En dan moet je van je,
moet je van jezelf ertegenaan
en dan doe je hem een gunst.
Want die millimeterneuker in jou
speldt je maar wat op de mouw.
Hij draait een rad voor je ogen,
houdt een leugen in de hand,
om bestwil van de bovenste plank.
Hij hangt de vuile was te drogen
die de diepte overspant
in de luwte van de bank.
Tekst & Muziek: Fred van de Ven
Fred: zang, akoestische gitaar ; Harm: klarinet ; René: mandoline
Bij Rins
Fred was in de war, had last van duizelingen en kon alleen rust
vinden door op de bank te gaan liggen. Maar rusten is niets voor Fred.
Hij zette nieuwe snaren op zijn dobro. Maar bij het stemmen knapten
er snaren. Dus weer nieuwe erop en weer stemmen. En weer knappen. En
weer nieuwe en stemmen. Toen de snaren eindelijk bleven zitten was de
stemming zoals in dit lied te horen is: niet zoals het hoort! Het is
niet vals, dan was het ranzig geweest! Het is rins, zoetzuur,
ongebruikelijk. Duizelige tekst met kippenvel muziek. Fred krabt met
vijf vingers de snaren, René blijft licht op de mandoline en
Harm legt als klarinettist een verbinding met de hemel.