Lekker ding naar vertaling
Iej möt miej nich zo zoer ankiekn
dat döt miej zeer.
Iej könt wa aait zo lillik blievn mer
k biet op de taandn en kom toch weer.
Iej könt miej alns wa loatn doon,
ik veul miej joa nen döl.
Ik zeg "Nee"; mer trek de achterbokse an
ik zeg "Joa"; iej könt met miej spöln.
Refr.: Lekkerding, lekkerding, met oew mooie tweantse oogn.
Lekkerding, lekkerding, met oew mooie tweantse snoet.
Lekkerding, lekkerding, met oew mooie tweantse oogn.
Lekkerding, lekkerding, met oew mooie tweantse snoet.
Ik, doorn döl, doo alns verkeerd.
Iej proat dat aait weer recht.
Wa'j doarveur broekt dat heb ik nich leerd
mer ik wet, joa, ik wet dat iej dr zat van hebt.
"Mu'j dat heurn, in de been, noe nich blievn zitn
n daansmeister zet ne plate an.
Mu'j dat heurn, van n stool, hoo ku'j noe blievn zitn.
Ooh, nee! n Driekusman.
Refr.:
Tekst: Art Linde; Muziek: Triooo
Fred: zang, gitaar, koorzang;
Harm: basgitaar, baritonsax, koorzang;
René: el.gitaar, koorzang;
Henk: slagwerk, percussie, koorzang
Bij Lekker ding
Naar een vertaling uit het Iers door Art Linde. Hetzelfde thema als bij
'Zeet de jongs an de teke stoan' van Boh Foi Toch! Een jongen gaat met
zijn meisje naar de dancing, maar hangt het liefst aan de bar. Met haar
ogen (en de rest) dwingt ze hem met haar te dansen.
Lekker ding, (vertaling) terug naar Twents
Kijk me niet zo verwijtend aan
daar kwets je me mee.
Hoe je ook steeds gemeen doet,
ik overwin mijn tegenzin en kom bij je terug.
Jij maakt dat ik overal in meega,
ik voel me willoos.
Ik zeg 'Nee'; maar ik geef me over,
ik zeg 'Ja'; ik ben als was in je handen.
Refr.: Lekker ding, lekker ding, met je mooie Twentse ogen.
Lekker ding, lekker ding, met je mooie Twentse mond.
Lekker ding, lekker ding, met je mooie Twentse ogen.
Lekker ding, lekker ding, met je mooie Twentse mond.
Ik, stommeling, trap ook overal in.
Jij paait mij.
Ik heb geen verweer tegen wat jij aanwendt
maar ik weet, ja, ik weet dat jij genoeg in huis hebt.
'Hoor nou toch, kom nou eens staan, blijf toch niet zitten.
De diskjockey zet een plaatje op.
Hoor dat nou toch, kom van de kruk, daar kun je toch niet bij blijven zitten.'
Ooh, nee! de driekusman. (en daar danst hij tot ieders vermaak de driekusman)
Refr.:
Refr.: