Triooo: Twentse liedjes en verfijnde humor
CONCERT
ENSCHEDE - Helmertheater donderdagavond. De Twentse band Triooo met liedjesprogramma onder het motto ‘Terug naar de graat van de muziek’. Fred van de Ven (zang en gitaar), René Vrieler (multi-instrumentalist), Harm Braam (collega multi-instrumentalist) en Henk van de Wetering (drums).
Welke tukker met artistieke aspiraties heeft nooit het
verlangen gekend zijn of haar geluk in het buitenland of in het westen van
ons land zoeken?
De gangbare opvatting is dat daar opwindende zaken plaatsvinden,
terwijl wij hier met de hond langs het kanaal sukkelen.
Voor alle vage dromers die hun mislukkingen aan de tekortkomingen
van ons schone Twente wijten is het daarom wel eens goed om op andere
gedachten gebracht te worden. Die mogelijkheid werd gisteravond
geboden in het Helmertheater te Enschede waar Triooo optrad.
Deze vierkoppige band, die overduidelijk geen wiskundige in de gelederen
heeft maar des beter musiceert, maakte korte metten met al die suffe
clichés.
Hun liedjesprogramma had een hoog cabaretesk gehalte en bevatte precies die
verfijnde humor waaraan ze in het westen nog een puntje kunnen zuigen.
Het merendeel van de liedjes is eigen makelij en handelt over onderwerpen
zoals de ouderwetse grote familie, waar de kinderen de toorn van hun
vader ontliepen door een eigen taal te ontwikkelen en leren aan een half
woord genoeg hebben.
Van de Ven koestert mooie herinneringen aan het café 't Liepke aan de
Breemarsweg in Hengelo en aan Annie die steevast zijn
pul bier serveerde vergezeld van de tekst: 'Zoo dan?'. Dat hij enige tijd is
weg geweest en bij terugkomst tot zijn schrik ontdekte dat het café
niet meer bestond en Annie niet meer leefde, onderschrijft alleen maar de
stelling dat de Tukker die zijn geluk ergens anders denkt te kunnen vinden
goed van slag is.
Afijn, waar het op neerkomt is dat vier rasmuzikanten daar op hun gemak
aangenaam muziek stonden te maken en daarbij nog geestig waren ook.
De onverstoorbare René VrieIer, die zijn hand voor geen enkel
instrument omdraaide, bespeelde zelfs een arretjescake alsof het een gitaar
was. Samen met de duizend-en-één-poot Harm Braam zorgde
hij voor een uitstekende begeleiding.
Mooi was 'Bennie', voor zang en bierflesjes, en ook de cowboy die zich
eenzaam voelde op de prairie tussen Hengelo en Oele werd recht gedaan.
Hier was het de drummer die zich uitleefde op de meest merkwaardige
instrumenten, zoals piepende baby-knuffels.
Wie na het beluisteren van Triooo nog steeds naar Amsterdam wil, is geen echte Tukker.
Nicolet Steemers - De Twentsche Courant Tubantia, 3 juni 2005